Ontgronding

Ontgronding betekent dat u de bodem afgraaft en daardoor verlaagt. Dit geldt voor land (het maaiveld) en de waterbodem. U haalt een grondlaag weg zoals klei, veen, zand of grind. Voorbeelden van ontgronding zijn: zandwinning, waterberging en natuurontwikkeling.

Ook als u de bodem tijdelijk verlaagd, moet u een vergunning aanvragen. U moet de ontgrondingsvergunning altijd aanvragen, behalve als er een vrijstelling geldt.

Bespreek uw plannen eerst met de gemeente. De gemeente kan u vertellen wie de beheerder is van de bodem die u wilt afgraven. Dit kan Rijkswaterstaat zijn of de provincie. Daarna vraagt u de vergunning aan bij de beheerder.

Doet u ontgrondingswerkzaamheden in water van het Rijk? Dan vraagt u de ontgrondingsvergunning aan bij de minister van Infrastructuur en Milieu (I&M).

Soms hoeft u geen vergunning aan te vragen maar moet u alleen een melding doen.

De beheerder maakt een ontwerpbesluit over uw aanvraag. Dit besluit is te bekijken bij de gemeente. Iedereen kan binnen 6 weken zijn of haar mening hierover geven. Bent u het niet eens met het ontwerpbesluit? Geef dan aan waarom. U ontvangt vanzelf bericht of u de vergunning krijgt.